De geboorte van sterren in het universum van middelbare leeftijd

De geboorte van sterren in het universum van middelbare leeftijd

Afbeelding van de Ultra Deep Field Hubble-ruimtetelescoop. De nieuwe studie onderzocht de activiteit van sterrige geboorte in 179 sterrenstelsels, waarvan er enkele slechts 6 miljard jaar geleden verschenen. Het blijkt dat kleinere massa sterrenstelsels sterren maken met een lagere snelheid dan verwacht.

De ouderdom van het heelal is 13,8 miljard jaar. Het lijkt erop dat de meeste tijd en activiteit wordt besteed aan de vorming van nieuwe sterren. Astronomen proberen het proces van stergeboorte te begrijpen en zien of er verschillen zijn, afhankelijk van de ouderdom van het universum. Wat is bijvoorbeeld het verschil tussen de geboorte van sterren wanneer de ruimte de helft van de leeftijd heeft bereikt?

Het is al bekend dat de sterren in 3-6 miljard jaar na de Big Bang 10 keer sneller zijn gemaakt dan vandaag. Maar waarom de vertraging? Er wordt aangenomen dat de stellaire geboorte in de Melkweg wordt geactiveerd door de aanwas van gas uit het intergalactische medium. In actieve sterrenstelsels is er een nauw verband tussen hun massa en de snelheid van stervorming. Bovendien wordt deze connectie niet alleen lokaal aangehouden, maar ook wanneer het universum miljarden jaren jonger was. Als er in de melkweg frequente stellaire explosies of verzwakking van het geboortecentrum waren, neemt ook de groei af. Deze relaties bevestigen het algemene idee van de groei van de melkweg door gasaanwas. Maar om de een of andere reden creëren kleinere sterrenstelsels (minder dan 10 miljard sterren) minder sterren dan verwacht door hun massa. Dit nadeel is van invloed op de simulatie van de groei van sterrenstelsels, omdat het niet wordt gecombineerd met kleinere sterrenstelsels.

Astronomen gebruikten de MUSE-tool op de Very Large Telescope om de optische spectra van sterrenstelsels in de beroemde foto van de Hubble-ruimtetelescoop te krijgen met een ultradiep veld. Wetenschappers hebben stellaire stralingslijnen gemeten in 179 verafgelegen sterrenstelsels en deze gebruikt om het gedrag van het stellaire geboorteproces te berekenen, waarbij correcties werden aangebracht voor de absorptie van stof.

Het blijkt dat de situatie van steruitputting in kleine sterrenstelsels reëel is voor 5%, zelfs wanneer rekening wordt gehouden met ruis en gegevensverspreiding (galactische evolutie). Er is een aanname dat de verantwoordelijkheid kan liggen op de eerder niet-gemelde explosie. Verdere studies zullen een meer accuraat antwoord vinden.

Opmerkingen (0)
Zoeken