Hoe ontstaan ​​dubbele sterren?

Hoe ontstaan ​​dubbele sterren?

Het ALMA-beeld toont een dubbel protostar-systeem aan het begin van de formatie. Astronomen hebben 17 verschillende systemen bestudeerd en hebben bewijs gevonden voor een schijffragmentatiemodel.

Veel sterren met zonnemassa hebben een of meer sterren. Maar hoe en wanneer vormen ze binaire systemen en hoe een van de controversiële centrale astronomische problemen op te lossen?

Onderzoekers weten dat de zwaartekracht gas en stof comprimeert in de interstellaire wolk totdat zich voldoende klonten vormen om in een ster samen te smelten. Maar hoe verschijnen meerdere sterren tegelijkertijd in één systeem? Omdat de wolk is voorzien van een kleine rotatie, wordt een schijf gevormd als resultaat.

Er zijn twee hoofdmodellen gebaseerd op de schijf. Men zegt dat de schijf gefragmenteerd is als gevolg van zwaartekrachtinstabiliteit, waardoor een tweede ster ontstaat. Een ander model beweert dat turbulentie in een gecomprimeerd cloud zelf fragment zich samenvoegt in verschillende sterrenstelsels. In het eerste geval moeten twee sterren dichtbij zijn (minder dan 600 a. E.). De tweede optie staat zowel nabije sterren toe als zeer ver van elkaar verwijderd. Een onderscheidend kenmerk van het turbulente fragmentatieproces is dat de "zaadjes" voor verschillende sterren verschijnen in de vroege stadia van de pre-stellaire fase. De wetenschappers besloten om de VLA en ALMA te gebruiken voor een zorgvuldige herziening van de 17 protostar-systemen met verschillende sterren in de nabije Perseus-wolk.

Gevoelige instrumenten maakten het mogelijk om het medium van stersystemen te onderzoeken en de aanwezigheid van een kleinschalige rotatie of omringend materiaal te bepalen. 12 systemen konden ruimtelijk worden opgelost en 8 toonden patronen van stofemissie rond het paar. Sommige van de meer geavanceerde systemen in de steekproef toonden geen enkel bewijs van de aanwezigheid van roterend stof, omdat ze hoogstwaarschijnlijk al het laatste punt van de vroege evolutie hebben bereikt.

Als gevolg hiervan is ongeveer 2/3 van de stersystemen consistent met de theorie van schijffragmentatie en 1/3 is dat niet. De analyse suggereert dat het schijffragmentatiemechanisme een belangrijke rol speelt, maar niet in het hele verhaal. Voor een beter begrip van het onderwerp, moet u een groot voorbeeld krijgen en de processen beperken.

Opmerkingen (0)
Zoeken