Een nieuwe theorie over het verschil van planetaire composities in ons systeem

Een nieuwe theorie over het verschil van planetaire composities in ons systeem

Wetenschappers van de Universiteit van Kopenhagen boden een nieuwe verklaring voor de verschillen in samenstelling van de planeten in het zonnestelsel. In hun werk bestudeerden ze de calcium-isotopische samenstelling van sommige meteorieten, de aarde en Mars.

De meeste planetaire onderzoekers zijn het erover eens dat de planeten in ons systeem een ​​vergelijkbare oorsprong hebben. Het begint allemaal met kleine fragmenten die rond de zon draaien. Vervolgens botsen ze, fuseren ze en maken ze grote protoplaneten. Maar dan wordt het onduidelijk waarom de kant-en-klare opties verschillen.

De nieuwe theorie meldt dat de protoplaneten in dezelfde mate groeiden, maar op verschillende tijdstippen stopten. Degenen die kleiner waren, stopten met groeien voor grote. Wetenschappers geloven dat in de resterende tijd het materiaal naar de protoplanetaire schijf bleef stromen, waardoor de objecten werden vergroot. Ze geloven ook dat aan het begin van het proces de samenstelling van het materiaal anders was dan wat later werd toegevoegd. Hierdoor zijn de rotsachtige werelden anders. Voor de studie ook gebruikt de asteroïde Vesta. Calciumisotopen zijn betrokken bij de vorming van rotsen en geven aanwijzingen over de oorsprong. Wetenschappers hebben ontdekt dat isotoopverhoudingen in monsters correleren met de massa's van ouderplaneten en asteroïden. Het blijkt dat de kleinere simpelweg niet langer accreteerden met het materiaal, terwijl de grotere doorgingen met toevoegen, maar het verschilde van het vorige.

Opmerkingen (0)
Zoeken