Galactische fusie en zwarte gaten

Galactische fusie en zwarte gaten

Zwarte gaten worden voorzichtig behandeld vanwege hun voedingsbehoeften (ze absorberen het omringende materiaal). Stof, gas en sterren kunnen namelijk in de buurt nog geruime tijd in de buurt ronddraaien, tot een bepaalde verschuiving in de richting van het zwarte gat optreedt.

Een van de schendingen is de samensmelting van twee sterrenstelsels. Op dit punt snellen de centrale zwarte gaten naar voren en absorberen het omliggende materiaal. Zo'n "diner" geeft een enorme hoeveelheid energie met hoge energie vrij en een hongerig zwart gat transformeert in een actieve galactische kern.

De NuSTAR-telescoop demonstreerde het proces van stof en gas dat een zwart gat binnenging in de latere stadia van de galactische fusie. De totale zwaartekracht van twee sterrenstelsels vertraagt ​​de rotatiesnelheid van gas en stof, die vrij rond kunnen bewegen. Het is het verlies van energie waardoor het materiaal de neiging heeft om een ​​zwart gat te vormen.

"Hoe dieper de fusie, des te meer verduisterd is de actieve galactische kern", zei studieauteur Claudio Ricci. "In de late fase zullen echte gas- en stofcocons worden getoond." Ricci en zijn collega's volgden energierijke röntgenfoto's van 52 sterrenstelsels. Ongeveer de helft van hen bleef in de eindfase van de fusie. NuSTAR is extreem gevoelig voor röntgenstralen, dus wetenschappers willen graag berekenen hoeveel licht uit de gas- en stofbol komt.

Als er röntgenstralen met een hoge energie werden gedetecteerd, maar niet met een lage energie, dan bewijst dit de sterke schaduwwerking van de actieve galactische kern. Deze studie bevestigt de theorie dat een zwart gat het meest actief in de latere stadia van een fusie voedt. Op zulke momenten groeit het snel. Nieuwe gegevens zullen helpen om het toekomstige gedrag ervan te bestuderen, evenals de relatie met het gastheerstelsel.

Opmerkingen (0)
Zoeken