Donkere materie in beweging

Donkere materie in beweging

De geboorte van sterren in kleine dwergstelsels kan donkere materie langzaam "opwarmen" en naar buiten duwen. De dichtheid van de gasvormige waterstof van het gesimuleerde dwergsterrenstelsel is links te zien. Aan de rechterkant - hetzelfde voor een echte dwerggalaxy IC 1613. In het model veroorzaakt de herhaalde instroom en uitstroom van gas fluctuaties in de zwaartekrachtsveldintensiteit in het galactische centrum. Donkere materie reageert hierop door vanuit het centrum te bewegen

Wetenschappers hebben bewijs gevonden dat donkere materie in staat is om op te warmen en te bewegen tijdens de geboorte van sterren in sterrenstelsels. De nieuwe gegevens leveren het eerste observationele bewijs van het effect van "het opwarmen van donkere materie" en bieden aanwijzingen voor wat donkere materie inhoudt.

In het nieuwe werk besloten de onderzoekers zich te concentreren op de dichtstbijzijnde dwergstelsels. Dit zijn kleine zwakke melkwegstelsels die meestal grote sterrenstelsels omringen, zoals de Melkweg. Ze kunnen tips verbergen die een beter inzicht krijgen in de aard van donkere materie.

Men gelooft dat donkere materie het grootste deel van de massa van het universum vormt. Maar omdat het geen contact maakt met licht, zoals normale materie, kan het alleen worden waargenomen vanwege zwaartekrachteffecten. Misschien is een aanwijzing voor het begrijpen van de natuur hoe sterren zich vormen in deze sterrenstelsels. Bij de geboorte van sterren kan een sterke wind gas en stof uit het galactische centrum verwijderen. Als gevolg daarvan is het centrum begiftigd met een kleinere massa, die van invloed is op de zwaartekracht die wordt gevoeld door de resterende donkere materie. Met minder aantrekking tot zwaartekracht wint donkere materie energie en beweegt ze weg van het centrum. Dit effect wordt het proces van het verhitten van donkere materie genoemd.

Astrofysici maten de hoeveelheid donkere materie in de centra van zestien dwergsterrenstelsels met verschillende geboortehistories. Het bleek dat sterrenstelsels die al lang geen nieuwe sterren meer hadden, een hogere dichtheid van donkere materie in de centra hadden. Dit bevestigt de theorie dat meer oude sterrenstelsels donkere materie minder verwarmden.

De verkregen informatie vestigt een nieuwe beperking op modellen voor donkere materie: het moet dwergstelsels kunnen vormen met een reeks centrale dichtheden die overeenkomen met het aantal stervormingen. Wetenschappers hopen het werk uit te breiden door de dichtheid van centrale donkere materie in een groter aantal dwergstelsels te meten.

Opmerkingen (0)
Zoeken