Omega Centauri verbergt het leven nauwelijks

Omega Centauri verbergt het leven nauwelijks

De zoektocht naar het leven in het oneindige universum is een ongelooflijk moeilijke taak. Maar wetenschappers kunnen zelfs een paar plaatsen uit de lijst verwijderen. Nieuwe gegevens van de University of California suggereren dat de dicht opeengepakte groep Omega Centauri-sterren waarschijnlijk niet de thuisbasis is van de bewoonde planeten.

Omega Centauri is het grootste bolvormige cluster in de Melkweg, waardoor het een geweldige plek leek om naar het leven te zoeken. Bevat ongeveer 10 miljoen sterren, en de afstand van 16.000 lichtjaren vanaf de aarde maakt het toegankelijk voor het blote oog.

Ondanks het grote aantal sterren geconcentreerd in de kern van Omega Centauri, blijft de prevalentie van exoplaneten onbekend. De kern verbergt 470.000 sterren, waarbij de 350.000 vertegenwoordigers op het gebied van kleur, leeftijd en temperatuur geschikte kandidaten zijn voor de aanwezigheid van bewoonde werelden.

Vervolgens berekenden ze voor elke ster de habitatzone (condities voor de aanwezigheid van vloeibaar water op de planeet). Omdat de meeste sterren in Omega Centauri worden vertegenwoordigd door rode dwergen, zijn hun leefgebieden veel dichterbij dan in de buurt van de zon. De kern van de Omega Centauri is potentieel in staat om te worden bewoond door een veelvoud aan compacte planetaire systemen met habitats dichtbij de ster. Een voorbeeld van een dergelijk systeem is TRAPPIST-1, een miniatuurversie van het zonnestelsel dat op 40 lichtjaar afstand ligt en wordt beschouwd als een van de meest veelbelovende plaatsen om te zoeken naar het leven.

Gezien de kenmerken van het cluster, hebben wetenschappers geconcludeerd dat dergelijke compacte systemen de kern van Omega Centauri niet kunnen bewonen. Van de dichtstbijzijnde sterbuurman scheiden we ons 4,22 lichtjaar, terwijl in het cluster de gemiddelde afstand tussen de sterren slechts 0,16 lichtjaren bedraagt. Dat wil zeggen, ze komen ongeveer eens in de 1 miljoen jaar voor.

De snelheid van de gravitationele interactie tussen de sterren zou te hoog zijn om een ​​stabiele planeet voor het leven te behouden. Gezien andere soortgelijke clusters, kan men tot dezelfde conclusie komen. Dat wil zeggen, de studie van bolvormige clusters met lagere botsingssnelheden kan leiden tot een grotere waarschijnlijkheid van het vinden van stabiele levende planeten.

Opmerkingen (0)
Zoeken