Wetenschappers hebben de Big Bang-theorie tientallen jaren bestudeerd en de vraag hoe het leven op aarde begon. Nu laat nieuw onderzoek van de University of Western Australia zien dat de omstandigheden veroorzaakt door de Big Bang anders zijn dan we denken.
Ontwikkeld in 1927, wordt de oerknaltheorie beschouwd als de meest betrouwbare wetenschappelijke verklaring van hoe het universum verscheen. Er wordt aangenomen dat in het proces van expansie en explosie waterstofgas werd gecreëerd, wat leidde tot de vorming van sterren. En hun dood (in de vorm van een supernova-explosie) leidde tot het creëren van leven.
Onderzoekers van de School of Mathematical Sciences van de University of Western Australia voerden een wiskundige analyse uit van de condities gecreëerd vanuit supernova. Alles wijst erop dat de supernova-explosie wreed was, maar niet zo gewelddadig en onstuimig als vroeger.
Traditioneel wordt aangenomen dat turbulentie een mechanisme is voor energieoverdracht en accumulatie, waardoor chemische stoffen worden gevormd in een supernova. Maar nieuw onderzoek is van mening dat het proces niet zo krachtig was, maar het onderscheidde zich door een zekere traagheid. Toen de hete plekken werden gelokaliseerd en gevangen genomen, leidde dit tot de vorming van ijzer, goud en zilver uit de atomen gecreëerd door de oerknal. Deze conclusies zijn belangrijk omdat ze ons begrip van de theorie zelf en het proces van de oorsprong van het leven in het universum uitdagen. Het is zelfs fascinerend om het proces van de vorming van het universum te verkennen. Immers, wij allemaal in ontwikkeling begonnen onze weg van de atomen van waterstof en energie, die op zijn beurt andere chemicaliën creëerden, wat vervolgens leidde tot het ontstaan van leven. De opkomst van levende organismen op aarde zal altijd fascineren en veel vragen achterlaten. Maar met elke nieuwe informatie komen we dichter bij een duidelijke visie van het begin van alles.
