De hoeveelheid ijzer in een ster kan de nabijheid van de planeten

beïnvloeden

De hoeveelheid ijzer in een ster kan de nabijheid van de planeten

Een artistieke visie van hoe de hoeveelheid ijzer in een ster de planeten beïnvloedt. Een normale ster (groene stip) heeft waarschijnlijk planeten met een langere periode (groene baan), terwijl die rijk aan ijzer (geel) een korte periode hebben (gele baan)

Wetenschappers van de Sloan Digital Celestial Survey hebben geleerd dat de chemische samenstelling van de ster onverwacht het planetaire systeem kan aantasten. De ontdekking werd mogelijk gemaakt door een bespreking van Kepler, die belooft ons begrip van de vorming en ontwikkeling van exoplaneten te vergroten.

Kijkend naar de gegevens, zagen de onderzoekers dat sterren met hogere ijzerconcentraties de neiging hebben om planeten op de juiste plaats te plaatsen, waarbij baanperioden vaak minder dan 8 dagen bereiken. Maar in de sterren met een kleinere hoeveelheid ijzeren planeten.

De geschiedenis van de studie van exoplaneten begon in 1995, toen een groep astronomen een planeet op een lichtpunt van 50 lichtjaar bij ons ontdekte. De snelheid van ontdekking versnelde in 2009 met de komst van de Kepler-ruimtetelescoop, ontworpen om exoplaneten te detecteren.

Tijdens de periode van de 4-jarige hoofdmissie slaagde het apparaat erin om duizenden sterren tegelijkertijd te controleren, waarbij de sporen van donkerder starlight werden gevolgd, wat duidde op de doorgang van de planeten. Kepler hield de sterren de hele tijd in de gaten, daarom markeerde hij de doorgang van de planeten en kon hij de tijd bepalen van het baanpad van elke planeet. En deze informatie stelt ons in staat om de afstand tussen de ster en de planeet te begrijpen. Hoe dichterbij de wereld, hoe sneller de snelheid. Tegenwoordig kennen we meer dan 3000 planeten met baanperioden. Kepler is een ideaal hulpmiddel voor het vinden van exoplaneten, maar het is niet bedoeld om de chemische samenstelling van sterren te bestuderen. Deze kennis werd verkregen van de Apache Point Galactic Evolutionary Observatory (APOGEE). Het verzamelt het spectrum voor elke ster en identificeert de aanwezige elementen.

Alle zonnesterren zijn meestal gevuld met waterstof. Maar sommige bevatten meer ijzer dan andere. Door informatie van Kepler en APOGEE te combineren, wisten we de relatie tussen de hoeveelheid ijzer en de planetaire systemen op te merken. Voor het eerst werd deze trend genoteerd in 2016.

Het is verrassend dat met ijzer verrijkte sterren slechts 25% meer element hebben dan andere, maar een sterke invloed hebben op planetaire banen. Er blijven echter nog veel vragen over. Heeft de hoeveelheid ijzer in een ster echt invloed op de vorming van planeten met een korte periode, of migreren dergelijke planeten slechts geleidelijk dichter naar de ster toe? Wetenschappers hopen dat verder onderzoek de waarheid zal helpen vinden.

Opmerkingen (0)
Zoeken